Afdrukken
Hits: 9121
De week hiervoor zijn we met veel wind en  bijbehorende moeite in de UK geraakt. Die moeizame overtocht naar de UK heeft een paar veranderingen in het schema veroorzaakt. We zijn veel minder ver gekomen dan gepland. Eigenlijk zouden we zaterdag in Falmouth afscheid nemen van de meezeilers en nieuwe verwelkomen. Maar we zijn pas in Torquay. Wat gepuzzel met de kaart levert op dat de overtocht naar de Azoren starten vanuit Torquay nauwelijks meer mijlen kost dan vanuit Falmouth. De tweede reden is dat we een paar klusjes af willen hebben. Maar we willen ook weg: het weerbeeld voor de komende dagen is zeer gunstig. Heb je normaal aan de wind tot tegen de wind richting de Azoren, door een hoog bij Ierland en een zeer zuidelijk Azoren hoog is de verwachting dat we dagen wind mee zullen zeilen. Doordat het Azoren hoog na een week langzamerhand noordoost zal verplaatsen is het ongunstig om lang te wachten, een dag later vertrekken betekent bijna zeker twee dagen meer geen wind in de buurt van de Azoren en dus lang op de motor varen. Maar goed, eerst de klussen en inkopen klaar, en dan vertrekken, want half voorbereid zo'n tocht beginnen is niet fijn, zeker omdat de verwachtingen de eerste dagen weliswaar wind mee zijn, maar ook stormachtig. 
Op maandagochtend is het dan zover. Afvaren bij Torquay kost nog wel wat moeite. De laatste klusjes vallen altijd weer tegen. De genuakarren voor de kotterfok blijken niet te passen. Daarom moeten de stop van  de rails aan de achterkant worden verwijderd, zodat ik de karren om kan wisselen. Om half elf zijn we zover dat we kunnen gaan tanken. Maar Dolf is nergens. We gaan toch naar de tanksteiger, want we hebben op die tijd afgesproken. Hij komt even later aanlopen. We tanken de hoofdtank en alle reservetanks vol, in totaal 210 liter. 
 
Dan kunnen we eindelijk op pad. We zetten vanuit de haven meteen zeil en varen mooi op halve wind uit de baai. Maar binnen het uur valt de wind volledig weg. En we hebben keurig stroom mee, maar als we niet vooruitgaan hebben we straks stroom tegen. Ik wil eigenlijk de motor niet aan hebben omdat we bij de Azoren de diesel goed zullen kunnen gebruiken. Maar achteruit varen door de stroom trekt ook niet. Ik besluit de motor toch maar aan te zetten en we varen uiteindelijik nog 3 uur op laag toerental op motor. Dan komt de wind weer een beetje opzetten, tot mijn verrassing op aan de wind, terwijl er ruime wind voorspeld was. Dat heeft wel het voordeel dat de bootsnelheid bijdraagt aan de windsnelheid, zodat we net voldoende hebben om te zeilen. We zetten de gennaker, die op deze koers net bruikbaar is, en dat enorme bolle zeil helpt om de snelheid er goed in te krijgen. 
 
 
 
Zo varen we de avond in, totdat de voorspelde wind opsteekt. Die is zoveel dat de gennaker niet meer nodig is, dus die wordt gestreken. We varen de eerste nacht in met windkracht 4 achter.
 
De volgende ochtend wordt de wind nog sterker en omdat deze nog steeds mee is kunnen we goed meters maken. Continu varen we op grootzeil plus genua boven de 7 knopen. Totdat we door een klapgijp overvallen worden. Een klapgijp, maar gebruik je dan geen bulletalie? (de bulletalie is een lijn van het uiteinde van de giek  naar de punt van de boot die het grootzeil moet tegenhouden om de andere kant op te klappen).
 
Nou, die gebruiken we dus wel. En de kracht daarop was door het volvallen van het grootzeil aan de verkeerde kant zo groot dat het oog aan het uiteinde geknapt is. En daarna is de staaldraad (7mm RVS) waarmee de giekneerhouder vast zit compleet doormidden gescheurd. Gelukkig valt de schade mee, de bulletalie kan weer vastgemaakt worden, de staaldraad van de giekneerhouder vervangen door een 4x doorgehaalde dyneema lijn. Het had ook veel slechter kunnen aflopen, met een gebroken giek of het giekbeslag dat uit de mast scheurt. Het grootzeil blijft voorlopig naar beneden, want we lopen mooi 7 knopen op alleen de genua.
 
Ondertussen bouwt de zee op tot behoorlijke hoogte. Als we in een dal zitten kijken we op tegen een muur van water die zeker zo hoog is als de radarpaal, dus meer dan 4m. En omdat het 'jonge' golven zijn zijn ze nog erg kort, dus we worden alle kanten op gegooid, In de loop van de dag ontstaat hieruit de typische oceaan deining, hoge golven en heel lang, zeker 40m. Door die lengte is de hoogte niet zo'n punt meer, ze halen je in en nemen je langzaam mee omhoog, rollen onder je door en je gaat weer naar beneden.
 
https://www.dropbox.com/s/dxw7fv4os94xm8n/video%20jun%2009%2C%2012%2036%2047.mov?dl=0
 
 
In deze omstandigheden plat voor de wind varen is geen pretje, dus we sturen steeds iets op, waardoor de wind schuin van achteren de boot binnen valt. Dat is wel jammer, want de Azoren liggen toevallig recht voor de wind. We wijken daardoor wat af van de rechte lijn en om dat niet teveel te laten worden gaan we na een dag de genua naar de andere kant brengen, zodat we in een zigzag patroon toch zo ongeveer naar de Azoren varen. Dat gijpen is een behoorlijk complex proces. De genua staat op deze koers zo breed mogelijk uit en dat bereik je door het zeil te ondersteunen met een spiboom die je dwars op de boot naar buiten zet. Dit is een aluminium paal van 8 cm doorsnede en 4,5m lang. Op een dansend dek is dat een link ding om te hanteren en er moeten ook nog allerlei lijnen aan: één lijn naar voren, één naar achter en één omhoog, waarmee we de paal in een driehoek helemaal fixeren. En de genuaschoot, die door een oog aan het uiteinde van de boom loopt naar achteren toe. Als al die lijnen strak worden gezet staat de genua zo breed als hij kan en zo strak als een huis. Maar als je de genua naar de andere kant wil hebben, dan moet dat hele pretpakket omgezet worden. Daar ben je dus gauw twintig minuten mee bezig...
 
Dinsdagavond hadden we afgesproken om voor het eerst via de satelliet telefoon met de wal te praten. De telefoon wordt aangezet en vraagt de pin code: 0000. Foute code! Oeps, heb ik op dit stampende schip iets anders ingetypt? Langzaam herhaal ik de code. Nogmaals fout. Is het dan iets anders? De code is thuis blijven liggen, ondanks al mijn actielijstjes. Ik probeer 1234. Blocked! We hebben nu dus geen mogelijkheid meer om te communiceren met de wal. Het enige wat we gelukkig wel hebben is de SPOT satelliet tracker, die, als we een knopje indrukken onze positie doorgeeft naar de wal. En we hebben afgesproken dat zo'n signaal ook betekend dat alles ok is. Daar zullen jullie het dus de komende dagen mee moeten doen.
 
De wind neemt nog verder toe, totdat we in een volle windkracht 8 met wind mee van de golven af denderen. Gaat eigenlijk uitstekend,maar voor de nacht vind ik het toch wat teveel, dus zetten we de kotterfok. Daarmee gaat het wel iets langzamer, maar die is wel veel hanteerbaarder want kleiner. Zo komen we goed de nacht door, behalve door een paar nog hogere golven die naar binnen slaan en de kuip half vol laten lopen. Die loopt gelukkig zo weer leeg, maar één golf krijgt het zelfs voor elkaar om naar binnen te slaan in de kajuit, zodat de achterkant helemaal nat is. Gelukkig wordt niets nat dat het niet verdragen kan, dus vooruit.
 
Woensdag gaat zo op dezelfde voet verder. Er is steeds één bemanningslid in touw en de andere twee rusten, eten en slapen. Het is verbazingwekkend hoeveel een mens kan slapen. Maar als we de fokkeboom weer willen wisselen zijn we met z'n drieên in  touw.
 
Het leven aan boord is met ruime wind en zulke golven niet eenvoudig. Die golven zijn wel speciaal: de erg lange en hoge golven veroorzaakt door de harde wind en rollen van achter naar voren onder ons door. Maar er zit ook nog een oude deining die een beetje dwars op die golven staat. Daardoor wordt het rollen soms opeens onderbroken met een harde klap de andere kant op. Die kan je niet anticiperen, dus het enige dat erop zit is je steeds heel goed vasthouden als je loopt. Koken is helemaal een uitdaging. De pannen staan op zich uitstekend in de klemmen op het cardanisch opgehangen fornuis. De kok kan zichzelf klem zetten tussen aanrecht en de uitstekende punt van het motorcompartiment. Wat echt moeilijk is is om dingen op het aanrecht te snijden die daarna de pan in moeten. Want nadat ze gesneden zijn gaan ze aan de wandel. Over het aanrecht, maar ook op de grond of op en achter het fornuis. Gelukkig heb ik een heel aantal maaltijden die erg simpel te bereiden zijn, speciaal voor dit soort omstandigheden.
 
In de loop van de middag passeren we de 300 gevaren mijlen. Daarmee zijn we op een vierde van de overtocht. Dat gaat goed, hopen dat de rest ook zo gaat!
 
Donderdag slaat de wind om, we varen nu in plaats van voor de wind op halve wind. Verder staat donderdag in het teken van computer problemen. Ik heb software waarmee weerkaarten kunnen worden binnengehaald via de langeafstandzender. Ik gebruikte tot nu toe een demo-versie, maar ik had in Torquay nog net de registratiecode voor de betaalde versie binnen gekregen. Eenmaal op zee bleek echter dat het programma niet wil registreren. En na een paar keer proberen wil het programma helemaal niet meer starten. Gelukkig heb ik met Dolf een computer wizard aan boord. Het kost hem een paar uur maar dan werkt ook alles. En kunnen we nieuwe weerkaarten ophalen.
 
Uit die weerkaarten blijkt dat we door een fronten systeem heen varen (alsof we dat nog niet doorhadden, regen, windstoten....). Maar dat systeem beweegt zich zo, dat we daar waarschijnlijk nog tot zaterdag mee te maken hebben. Daarna varen we langzaamaan richting het Azoren-hogedruk gebied en is het afwachten hoelang de wind nog blijft waaien. 
 
Ondertussen beginnen op vrijdag de accu's ook leeg te raken. Niet slecht, vier dagen varen op de accu's. Maar eigenlijk wilden we energieneutraal varen met de zonnepanelen. Alleen is het al sinds dinsdag helemaal grijs en dus doen de panelen bijna niets. Van nu af aan daarom elke dag een paar uur de motor aan, dan gaat het ook.
 
Dat valt in de praktijk toch wat tegen. De motor kan 40A laden. Ik had verwacht dat als de accu's zo leeg zijn, dat dat ook een paar uur lang gebeurt. En met 2 uur laden kan je dan al weer meer dan een dag varen. Maar nu blijkt dat de laadstroom binnen een kwartier al terugloopt naar minder dan 20A. En dus moet de motor elke dag lopen, en ook wel 4 uur. Om dat wat terug te brengen zou het fijn zijn als de zonnepanelen wat zouden gaan opleveren. Maar het blijft grijs, het front waar we zo langzamerhand uit zouden moeten varen blijft gewoon met ons mee drijven. Dus moeten we het gebruik aanpakken. De koelkast blijft aan, de gebruikt niet veel en er staan best wat dingen in die echt koel moeten blijven. De echte grootverbruiker is de elektrische stuurautomaat. En daar is een vervanger voor, de windvaan stuurautomaat. Die stuurt de boot via een windvaan, een hulproer en touwtjes naar een hulphelmstok die bevestigd is aan het helmstok beslag. Dat werkt best goed, maar de afgelopen dagen met windkracht 8 en de wind achter waren niet fijn voor de windvaan, dus die heeft werkeloos gestaan. Nu wordt hij in gebruik genomen. Wat prutsen met de instellingen, de finetuning van een windvaan blijft haast meer een kunst dan een kunde. Maar na een tijdje loopt het perfect, en het stroomgebruik zakt terug tot 1-2A. Zo varen we die dag verder. Totdat in de middag er een droge knal klinkt uit de kuip. De aansluiting van de hulphelmstok op het helmstok beslag blijkt dwars doormidden te liggen. Gauw de elektrische stuurautomaat weer aan, de boel opruimen en we besluiten het repareren van dit geheel te laten liggen tot op de Azoren.
 
Want die lokken: de afstand tot Sao Miguel is ondertussen geslonken tot minder dan 500 mijl, en omdat we lekker lopen (aan de wind met windkracht 6 a 7, kotterfok en 2e rif) schieten de mijlen onder onze kiel door. Als we zo door kunnen varen komen we woensdag al aan, dus na 9 dagen, terwijl ik met minimaal 10 rekening had gehouden en eigenlijk reëel wel 14 dagen. Wel zien we het Azoren hogedruk gebied langzaam naar ons toeschuiven, wat betekend dat we de laatste 2 of misschien zelfs 3 dagen op de motor zullen moeten varen. 
 
Ondertussen hebben we aan boord nog een heel ander soort calamiteit: Dolf had tijdens de eerste dagen toen we met windkracht 8 voor de wind alle kanten op gegooid werden, een flinke val gemaakt met zijn rug tegen de kajuittafel. Dat gaf wat pijn, maar niets ergs. Maar 2 dagen later schiet het opeens in zijn rug en zodanig dat hij niets meer kan. Er is geen andere mogelijkheid dan hem in bed te helpen (en zo nu en dan eruit voor bepaalde lichamelijke functies) en af te wachten. Zelfs dat liggen valt hem zwaar, want elke beweging van de boot doet hem krimpen van de pijn. Gelukkig hebben we een uitgebreide boordapotheek, dus na paracetamol en ibuprofen besluit ik een veel zwaarder pijnstillend middel te geven, wat hem ook veel meer ontspant. Dat is mooi, maar voor mij als schipper en dus dokter voor spek en bonen ook moeilijk, want dat spul moet je niet te vaak gebruiken. Gelukkig heeft Dolf dat ook door en na 3x zo'n pilletje begint zijn rug iets meer te ontspannen en heeft besluit hij het zonder pijnstilling verder te doen. Maar het lijkt dat meneer te bed blijft tot op Sao Miguel, om daar verdere medische hulp te zoeken. Wel sneu, nu het zeilen erg lekker gaat kan hij daar totaal niet van genieten.
 
Het zeilen en vooral de lange nachtwachten komen door het uitvallen van Dolf neer op Guus en mij. Ik ben dat wel gewend, maar voor Guus is dat toch wel zwaar. Zowieso was het eerste deel van de tocht met veel harde wind en de boot die alle kanten op gaat hem zwaar gevallen en de zwaardere belasting van de nachtwachten lijkt hem op te breken. Nadat ik gekookt heb (onder helling met flinke golven geen simpele onderneming) vraag ik hem om af te wassen terwijl ik ga slapen. Als ik midden in de nacht weer de wacht overneem blijkt de afwas nog te staan. De volgende ochtend blijkt dat hij zo moe was dat hij het niet zag zitten. Ook zijn humeur wordt er niet beter op. Ik besluit dat hij maar iets rustiger aan moet doen. Daarom ga ik de volgende nacht 's ochtends door, om hem de broodnodige rust te geven. Ik heb in deze situatie het aanzienlijke voordeel van mijn solo ervaring en ga traploos over op mijn 15 minuten schema: slapen in de hondekooi, alarm op 15 minuten, even kijken op de AIS en kop buiten het luik, en binnen een minuut lig ik weer en slaap verder. Op die manier kom ik uitstekend de nacht door en wordt Guus vanzelf rond 8 uur wakker. Met een veel beter humeur al, dus dat helpt.
Ondertussen wordt het weer toch echt wat rustiger, de grote genua wordt uitgerold en we zeilen aan de wind heerlijk door. De kajuit heeft onder de afgelopen zware week wel te lijden gehad. We hebben alles wel netjes gehouden, maar nu begrijp ik wat oceaanzeilers zeggen over dat er altijd wel ergens iets lekt. Dat blijkt bij Dutch Rose ook zo te zijn, nergens grote stromen water, maar wel op een aantal plaatsen drupjes zichtbaar. En ook onzichtbaar nog wel meer, want er staat ook water in de bilge, zoveel dat het onder helling boven de vloer komt. Vervelend, wat de vloer is dan glad en ook frustrerend want ik heb de afgelopen jaren al zoveel kleine lekkages opgespoord en verholpen. Maar goed, het hoort erbij, zeker met een boot van deze leeftijd. Intussen is de wind zover afgenomen dat de boot ook niet meer zo schuin ligt en ga ik de hele boot van voor naar achter door. Op verschillende plekken neem ik sierlatjes weg en vind daarachter inderdaad een heel aantal kleine lekkages. Die worden allemaal gemarkeerd en daarmee is mijn klussenlijst voor op Sao Miguel meteen gestart. Die kan ik uit het hoofd al met een aantal zaken aanvullen, zo is het deelbare deurtje van de WC uit zijn scharnieren geschoten, moet daar opnieuw en steviger worden gemonteerd. Ook het schuifluik naar de kajuit zit wat los en moet beter vastgezet. Binnen een kwartier heb ik een lijst van meer dan 15 punten, is dit nu vakantie?
 
Maar dat is het wel hoor! Want ondertussen is de wind zover afgenomen dat ik de genua inrol en we op halve wind de gennaker zetten en we bijna de hele maandag zo geweldig zeilen. En dat terwijl we volgens de weerkaarten al alle wind kwijt hadden moeten zijn. Jammer genoeg is de pret in de loop van de avond weg, we strijken de zeilen en de motor gaat aan. Nog 240 mijl knorren en dan zijn we er
 
De hele maandag varen we op de motor over een  bijna vlakke zee. Opeens worden we opgeroepen op de marifoon. Een Franse zeiler blijkt ons tegemoet te komen. Hij vaart al twee dagen op de motor en vraag of wij toevallig weerkaarten hebben en kunnen vertellen of hij binnenkort wind kan verwachten. We halen snel wat weerkaarten binnen via de langeafstand ontvanger en moeten hem helaas teleurstellen. Het Azoren hogedruk gebied drijft eigenlijk met hem mee naar het noordoosten en waarschijnlijk is hij nog wel 2 of 2,5 dagen aan het motoren voordat het zeil op kan. De communicatie met deze zeiler is overigens wel complex want de man probeert wel maar kan echt geen engels spreken. Dolf redt zich er aardig mee in het frans!
 
Het is wel leuk dat als je op deze uitgestrekte zee een collega jacht tegenkomt, je snel even een praatje maakt. Als dat maar 1x in de paar dagen gebeurt is het tenslotte een hele belevenis! Vrachtschepen komen iets vaker langs, maar ook hooguit 1 a 2 per dag, het is echt leeg hier.
 
De prognose is nu dat we op de motor aankomen bij Sao Miguel. Het begint wel te kriebelen zo langzamerhand, zeker omdat we continu op de motor varen, wat wij zeilers eigenlijk maar niets vinden. Het weer maakt wel een hoop goed, gister en zeker vandaag is de temperatuur voor het eerst aangenaam en vandaag met veel blauwe lucht is het heerlijk en moeten we zelfs flink smeren om niet te verbranden.
 
Dinsdag is de zee weer helemaal vlak. Het is daarom tijd om lekker wat klusjes te doen, dan hebben we straks op de Azoren weer wat meer tijd voor vakantie.  Maar het moet niet te gek worden, dus zit ik in de loop van de middag van een drankje te genieten in de zon, als ik op de einder wat zie bewegen. Het lijkt wel een vin. Even laten zie ik het weer en ik besluit de koers er even heen te verleggen. Een paar minuten later zwemmen er twee dolfijnen als welkomstcommitee voor de boeg. Ik besluit wat met ze te communiceren door met een lierhandle tegen de mast te tikken. En pardoes komen er nog vier meezwemmen. Doordat de zee zo glad is kan je de dieren perfect door het water zien schieten.
 
 
  
https://www.dropbox.com/s/ojb0bmp4qe9yeqn/video%20jun%2016%2C%2020%2032%2011.mov?dl=0
 
Maar dan zien we achter ons nog iets zwemmen, dat wat rustiger beweegt. We keren de boot om erheen te varen. Het zijn duidelijk zeezoogdieren, een meter of vijf lang lijkt het, donkergrijs met een hoge kop. Het is een groep van 5 dieren. We hebben geen gids van zeezoogdieren, maar uit wat opmerkingen in de Azoren gids maak ik op dat het wel eens pilot whales zouden kunnen zijn. Morgen op internet maar eens opzoeken, we hebben foto's genomen.
 
Ondertussen nadert het einde van de dag met een schitterende zonsondergang. 
 
IMG 1251
 
 
Het is wel jammer dat de Azoren eilanden volgens de Navtex in mist gehuld zijn. Op 35 mijl afstand zien we daarom alleen maar wolken, terwijl het zo mooi is als je na een lange zeetocht 'land in zicht' kunt roepen. Ik kijk steeds met de kijker of ik toch niet wat zie. En ja hoor, net voordat het te donker is, zien we de grote vulkanische top van Sao Miguel boven de einder uitsteken.
 
IMG 1255
 
Verrassend is daarna dat we al op 20 mijl (35km) uit de kust GSM contact hebben. De telefoons worden snel ter hand genomen om het thuisfront een beetje laat (23.30 nederlandse tijd) van onze op handen zijnde aankomst op de hoogte te brengen. Ze zijn blij, wisten natuurlijk door de satelliet tracker al dat het eraan zat te komen. Rond middernacht zijn we bij het puntje van Sao Miguel en varen we langs de kust nog een paar uur totdat we bij Ponta Delgado aankomen.
 
Terugkijkend met de bemanning zijn er wel een paar dingen die ter sprake komen. Het eerste is wel dat als je dit soort tochten gaat doen, je aan de ene kant moet plannen maar aan de andere kant dat het toch anders loopt en dat je dat moet accepteren en er mee om moet gaan.
 
Het tweede is dat een tocht van deze omvang toch heel wat zwaarder is dan verwacht. Alle drie hebben we op momenten gedacht: hoe lang gaat dit door? Zeker toen het 3 dagen achter elkaar zwaar weer was. En je continu door elkaar gegooid werd. 
 
Het derde is dat de mooie dingen er bovenuit steken. En die maken alle ontberingen meer dan goed. Het mooie zeilen, het gevoel van voldoening als je na een zware strijd op het voordek alles goed hebt staan en de boot perfect loopt. De zeedieren, vogels en zoogdieren. De schitterende luchten, de sterren in een verder helemaal donkere hemel.
 
Het leven is goed, dat is duidelijk!
 
 
 
 
 
Login om te antwoorden